Oerverhaal opnieuw tot leven gewekt


Door Hans van Dam

Rotterdam – De vertelling van ‘Gilgamesj’, één van de oudste opgetekende verhalen van de mensheid, begint heel symbolisch in het donker. Als de monoloog begint en het toneellicht langzaam opkomt, lijkt het of meesterverteller Joop Keesmaat op goud flonkerende eilandjes midden in een zwarte zee staat. Een wonderschone verbeelding van de bijna 5000 jaar geschiedenis die tussen ons en het verhaal ligt.

De eilandjes, bestaande uit kleitabletten met spijkerschrift waarop het Gilgamesj-epos werd overgeleverd, blijken letterlijk de dragers voor de nieuwe adem die regisseur Peter Sonneveld aan het oude verhaal geeft. De prachtig gedragen stem van Keesmaat met zijn juiste tempo- en volumewisselingen vervloeit met de wonderlijke muziek van Willem Brink en Wim Konink. Zo komt, mede door de soepele vertaling van Theo de Feyter, deze oude stem van de mensheid volledig tot leven.
In het verhaal is Gilgamesj een wonderschone en onstuimige koningszoon, wiens onbezonnen levensdrang de overige inwoners van zijn stad Uruk dwars zit. Zij vragen de Goden om Gilgamesj een lesje te leren. Deze scheppen uit klei de jongeling Enkidoe, in dadendrang het evenbeeld van Gilgamesj. De twee sluiten vriendschap en beleven heroïsche avonturen. Als de twee echter de goddelijke hemelstier doden gaat het mis. Uit wraak laten de Goden Enkidoe aan een ziekte sterven.
Gilgamesj is ontroostbaar en gaat op zoek naar onsterfelijkheid en de zin van het leven. Uiteindelijk keert hij ontgoocheld van deze reis terug. Hij heeft van de stamvader van de mensheid gehoord dat de Goden niet toestaan dat de mens onsterfelijk wordt. Gilgamesj wordt tevens de raad gegeven zich hierbij neer te leggen omwille van het leven. Verzet heeft geen zin en leidt alleen tot een nog snellere dood. Aan het eind van het verhaal is Gilgamesj dan ook wijs en evenwichtig: ‘Hij die alles gezien heeft.’ Door de dood van Enkidoe heeft Gilgamesj een verrassend modern aandoende zelfkennis verkregen. Opmerkelijk zijn de vele parallellen met Bijbelse verhalen. Zo komt onder andere de zondvloed met de ark van Noach in vrijwel dezelfde vorm voor, alleen heet Noach Oetnapisjtim.
Groot verschil met de Bijbel is de afwezigheid van de door de vrouw veroorzaakte zondeval met al zijn treurnis. Opvallend is dan ook de levensbevestigende boodschap: ‘Dus, Gilgamesj, eet je dik ! Maak pret, vier dagelijks feest! (…) Laat je vrouw zich verheugen op je mannelijk vuur!’. Dankzij Keesmaat en Sonneveld spreken we rechtstreeks met oude zelfbewuste mensen. De mens mag dan sterfelijk zijn, de mensheid vooralsnog niet. Kijken dus.


‘Gilgamesj’ door het ro theater in de Rotterdamse Schouwburg. Gezien: 1 december 2004. Nog te zien: 2 december.