Ondanks worsteling met complexiteit is ‘Het Huis van de Stilte’ een overtuigende ervaring

 

Het Huis van de Stilte - O.T.

‘Het Huis van de Stilte’ door Onafhankelijk Toneel. Bijgewoond: 20 februari 2010 in het O.T. Theater. Daar nog te zien t/m 28 maart. Daarna op tournee t/m 1 mei.
 
De Turkse schrijver Pamuk heeft de pen van de meesterschrijver: zijn hoofdkarakters komen niet alleen tot leven, maar je krijgt tevens inzicht in hun drijfveren en wankelmoedige keuzen. Omdat het decor wordt gevormd door de Turkse samenleving leveren zijn boeken een diepmenselijke blik op het nog altijd zo stroeve breukvlak tussen oost en west. De complexe toneelbewerking van zijn ‘Het Huis van de Stilte’ door Onafhankelijk Toneel beweegt zich nauwgezet op dit politiek beladen breukvlak.
Brandpunt van het complexe verhaal is de grootmoeder die in haar grote huis in een klein dorpje aan zee haar drie verwesterde kleinkinderen ontvangt om het graf van hun opa en beide ouders te bezoeken. De grootmoeder, weduwe van een ambitieuze arts, is duidelijk opgegroeid in een andere wereld: de gegoede klasse uit het eens zo machtige Ottomaanse rijk. Ze heeft dan ook geen enkel begrip voor de westers wetenschappelijke ideeën die haar man er op nahield. In flash backs maken we de opeenstapeling van dieptepunten uit hun huwelijk mee zodat langzaam maar zeker de zeer dramatische puzzel in elkaar valt. De fanatiek darwinistische arts drijft zijn gezin naar een noodlottige ondergang door zijn drankgebruik en praktisch misplaatste ideeën van emancipatie. Zijn buitenechtelijke relatie met de dienster, verdedigd met modern romantische idealen, brengt de schaakstukken in stelling die decennia later, aan het eind van het stuk, voor de dramatische ontknoping zorgt. Als figuurlijk het doek valt hebben we niet alleen het drama van een aantal mensenlevens gezien, maar tevens dat van de nog altijd diep verdeelde Turkse samenleving.
De complexiteit van het verhaal maakt een toneelbewerking gevaarlijk. Weliswaar neemt de voorstelling zijn tijd, meer dan drie uur inclusief pauze, maar een aantal scènes zijn dermate schetsmatig neergezet dat ze niet echt aangrijpen. Vooral de scènes met de decadent feestende jongeren zijn in het sobere decor moeilijk overdraagbaar. Ook een aantal van de scènewisselingen doen rommelig aan, ondanks de duivelskunsten van de live muzikanten die de overgangen opvullen en letterlijk het breukvlak tussen oost en west ten gehore brengen.
Daarentegen zijn de scènes en overdenkingen van de grootmoeder (Marlies Heuer) en haar overleden man en de misvormde  raadselachtig bediende (een dubbelrol van Bert Luppes) dermate krachtig dat het stuk hierin zijn eigen ophangpunten krijgt.
Uiteindelijk is het duivelse conflict tussen complexiteit en dramaturgie in die zin goed opgelost dat de ontknoping indringend haar werk doet: de universele kern van Pamuks inzet toont zich in al zijn verheven verschrikking. De na negentig loodzware jaren dodelijk eenzaam achterblijvende grootmoeder verzucht: “Leven, niemand weet wat het is. Je ziet iemand van hier naar daar gaan, en ineens is er niets meer … Ik wil de tijd terugvinden, de beweging.”
Dit huiveringwekkend helder inzicht dat het leven niets anders is dan de waarneembare beweging ervan is de overtuigende ervaring van deze enscenering van Pamuks verhaal. Een schokkende ervaring die het breukvlak tussen oost en west overschrijdt en het verhaal inclusief deze enscenering zijn universele waarde geeft.

HANS VAN DAM